1 Koningen 20:13

SVEn ziet, een profeet trad tot Achab, den koning van Israel, en zeide: Zo zegt de HEERE: Hebt gij gezien al deze grote menigte? Zie, Ik zal ze heden in uw hand geven, opdat gij weet, dat Ik de HEERE ben.
WLCוְהִנֵּ֣ה ׀ נָבִ֣יא אֶחָ֗ד נִגַּשׁ֮ אֶל־אַחְאָ֣ב מֶֽלֶךְ־יִשְׂרָאֵל֒ וַיֹּ֗אמֶר כֹּ֚ה אָמַ֣ר יְהוָ֔ה הְֽרָאִ֔יתָ אֵ֛ת כָּל־הֶהָמֹ֥ון הַגָּדֹ֖ול הַזֶּ֑ה הִנְנִ֨י נֹתְנֹ֤ו בְיָֽדְךָ֙ הַיֹּ֔ום וְיָדַעְתָּ֖ כִּֽי־אֲנִ֥י יְהוָֽה׃
Trans.wəhinnēh nāḇî’ ’eḥāḏ nigaš ’el-’aḥə’āḇ meleḵə-yiśərā’ēl wayyō’mer kōh ’āmar JHWH hərā’îṯā ’ēṯ kāl-hehāmwōn hagāḏwōl hazzeh hinənî nōṯənwō ḇəyāḏəḵā hayywōm wəyāḏa‘ətā kî-’ănî JHWH:

Algemeen

Zie ook: Achab, Hand (lichaamsdeel), Israël (koninkrijk)

Aantekeningen

En ziet, een profeet trad tot Achab, den koning van Israel, en zeide: Zo zegt de HEERE: Hebt gij gezien al deze grote menigte? Zie, Ik zal ze heden in uw hand geven, opdat gij weet, dat Ik de HEERE ben.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

הִנֵּ֣ה׀

En ziet

נָבִ֣יא

profeet

אֶחָ֗ד

een

נִגַּשׁ֮

trad

אֶל־

tot

אַחְאָ֣ב

Achab

מֶֽלֶךְ־

den koning

יִשְׂרָאֵל֒

van Israël

וַ

-

יֹּ֗אמֶר

en zeide

כֹּ֚ה

Zo

אָמַ֣ר

zegt

יְהוָ֔ה

de HEERE

הְֽ

-

רָאִ֔יתָ

Hebt gij gezien

אֵ֛ת

-

כָּל־

al

הֶ

-

הָמ֥וֹן

menigte

הַ

-

גָּד֖וֹל

grote

הַ

-

זֶּ֑ה

deze

הִנְ

-

נִ֨י

-

נֹתְנ֤וֹ

geven

בְ

-

יָֽדְךָ֙

in uw hand

הַ

-

יּ֔וֹם

Ik zal ze heden

וְ

-

יָדַעְתָּ֖

opdat gij weet

כִּֽי־

dat

אֲנִ֥י

Ik

יְהוָֽה

de HEERE


En ziet, een profeet trad tot Achab, den koning van Israël, en zeide: Zo zegt de HEERE: Hebt gij gezien al deze grote menigte? Zie, Ik zal ze heden in uw hand geven, opdat gij weet, dat Ik de HEERE ben.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!